Een samenvatting van de nieuwe pensioenwet

In juli van dit jaar is de Wet Toekomst Pensioenen in werking getreden. Deze wet markeert het begin van een nieuw pensioensysteem. Tot en met 1 januari 2028 bevinden we ons in een overgangsperiode. Vanaf dat moment moeten alle pensioenregelingen voldoen aan de bepalingen van deze nieuwe wet. Maar wat betekent dit eigenlijk voor jouw pensioen en voor pensioenen in het algemeen?

Het nieuwe pensioensysteem wordt persoonlijker. Iedereen krijgt een eigen pensioen spaarpot, die gebaseerd is op een premietoezegging. Het pensioenfonds zal dit vervolgens voor jou beleggen. Hierdoor kan de hoogte van de pensioenuitkering variëren, afhankelijk van het rendement van de beleggingen. In de nieuwe pensioenwet kennen we dus niet meer de toegezegd pensioenuitkering. De maandelijkse premie staat wel vast.

Deze aanpak draait meer om het individu dan om collectiviteit. De pensioenuitvoerder kan wel nog steeds kiezen voor collectieve uitvoering, na overleg met werkgevers en werknemersverenigingen.

35 tot 60-jarigen slaan deze fase over

Het nieuwe pensioenstelsel zal uiteindelijk naar verwachting meer pensioen opleveren. Voor mensen die niet heel jong of heel oud zijn kan dat op dit moment echter nog anders liggen. Doordat er wordt overgestapt naar individuele pensioenpotjes, kunnen zij niet langer profiteren van collectieve inleg. Het geld dat jongere deelnemers inleggen, draagt meer bij doordat er langer mee belegd kan worden.

Mensen die tussen de 35 en 60 jaar oud zijn slaan deze fase in het nieuwe pensioenstelstel over. Hierdoor profiteren zij er niet van en kan er een pensioengat ontstaat. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden.

Veranderingen in het partnerpensioen

Ook in het partner- en nabestaandenpensioen zijn er verschillende wijzigingen. Zo wordt het partnerpensioen uniformer gemaakt. Waar voorheen de definitie van een partner per pensioenregeling kon verschillen, komen er nu algemene regels voor. Dit geldt ook voor de regels omtrent het aanmelden van een partner voor het partnerpensioen en dergelijke zaken.

De regels voor het partnerpensioen worden minder standaard, waardoor het voor nabestaanden duidelijker is waar zij op kunnen rekenen. De dekking wordt bijvoorbeeld niet meer gekoppeld aan de diensttijd. Fiscaal gezien is het in het nieuwe pensioenstelsel mogelijk om maximaal 50% van het pensioengevend loon als partnerpensioen te verzekeren. Hierbij wordt gekeken naar het loon zonder aftrek van een AOW-franchise. Deze franchise is het deel van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. In het wezenpensioen komt er een eindleeftijd van 25 jaar. Ook zal het maximale pensioengevend salaris 20% worden.

Individuele pensioenpot

Voorheen was het streven van pensioenfondsen om een pensioen aan te bieden van 70% van het gemiddelde loon. Deze toezegging verdwijnt met de komst van het nieuwe stelsel. De individuele pensioenpot wordt bepalend. De inhoud van jouw individuele pensioenpot om het moment van pensionering bepaalt voor een groot gedeelte het maandelijkse pensioenbedrag.

Het pensioenstelsel gaat flink op de schop, maar er zijn ook een aantal zaken die onveranderd zullen blijven. Je behoudt nog steeds het recht op AOW. Ook bepaalt jouw werkgever waar je je pensioen opbouwt. Je hebt als werknemer dus niet de vrijheid om zelf te kiezen waar je je pensioen opbouwt.

Heb je vragen over de nieuwe pensioenwet of wil je persoonlijk advies?  Aarzel dan niet om contact op te nemen. Onze adviseurs helpen je graag verder!