Vroegpensioen en RVU: de laatste updates

Het onderwerp vroegpensioen, de zogenaamde Regeling vervroegd uittreden (RVU) is de afgelopen periode zeer actueel. Doordat het kabinet en de sociale partners nog in overleg zijn, wordt er ook op Prinsjesdag weinig duidelijkheid geschept. 

Het kabinet geeft wel aan bereid te zijn om met vakbonden te praten. Daar heeft het kabinet ook “structureel geld voor gereserveerd”. 

Het kabinet gaat in 2025 verder met de implementatie van de Wet toekomst pensioenen. Zo gaat de regering volgend jaar verder met de informatievoorziening over de nieuwe pensioenwet en brengt het knelpunten rondom de overgang naar de nieuwe pensioenregeling in kaart. De combinatie keuzebegeleiding en ‘goed werkgeverschap’ komen hier prominent in beeld.

Het ‘wetsvoorstel toezeggingen pensioenonderwerpen’ wordt in 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. Met het wetsvoorstel wordt de vrijwillige voortzetting van het wezenpensioen mogelijk gemaakt en wordt het kindbegrip geüniformeerd. Daarnaast bevat het wetsvoorstel een verruiming van het overgangsrecht bij premievrije voortzetting van het pensioen bij arbeidsongeschiktheid voor zowel gesloten pensioenfondsen als verzekeraars.  

Het voorstel bevat daarnaast enkele technische aanpassingen die bijdragen aan de uitvoering van de overgang naar het nieuwe stelsel en enkele redactionele wijzigingen. 

Het kabinet neemt maatregelen om een verdere daling van het aantal werknemers zonder pensioenopbouw te stimuleren.

Een RVU is een beëindigingsregeling tussen een werkgever en werknemer, waarbij de werknemer een vergoeding meekrijgt om vervroegd met pensioen te gaan. De bestaande belastingvrijstelling voor werkgevers, waarmee bedrijven werknemers in zware beroepen eerder met pensioen kunnen laten gaan, loopt eind volgend jaar af. De werkgever ontloopt op dit moment een boete van 52% eindheffing. Iedere werknemer kan uiterlijk 3 jaar voor de AOW-datum gebruik maken van deze vrijwillige regeling indien de werkgever hiermee instemt. Tot 31 december 2028 kan op dit moment de RVU worden uitgekeerd. De financiering vindt plaats vanuit CAO-afspraken of rechtstreeks door de werkgever zelf.  Indien er geen CAO van toepassing is, is het geen verplichting van de werkgever om hieraan mee te werken. In verschillende sectoren worden op dit moment ingrijpende acties gevoerd.