Welke redenen kan een overlijdensrisicoverzekering worden afgewezen?
De overlijdensrisicoverzekering is vast en zeker het overwegen waard als je aan de toekomst van je nabestaanden denkt. Sluit je zelf een overlijdensrisicoverzekering af? Dan bescherm je je nabestaanden immers tegen financiële problemen door gedurende de looptijd van de verzekering een premie te betalen. Het verzekerde bedrag wordt aan je gezin uitgekeerd na je overlijden, bijvoorbeeld voor de aflossing van de hypotheek op een woning.
Hoewel veel mensen graag een overlijdensrisicoverzekering willen afsluiten, is het niet altijd mogelijk. Er zijn immers bepaalde situaties waarin een overlijdensrisicoverzekering geweigerd wordt door de verzekeraar. Om welke redenen kan een overlijdensrisicoverzekering worden afgewezen? lees je hier.
Mag je geweigerd worden voor een overlijdensrisicoverzekering?
Het is wel degelijk mogelijk dat je geweigerd wordt voor een overlijdensrisicoverzekering bij je verzekeraar. Natuurlijk gebeurt dat niet zomaar. Enkel als je niet aan bepaalde criteria voldoet, die financieel of anders van aard zijn, kan een verzekeraar je weigeren voor een overlijdensrisicoverzekering.
Overlijdensrisicoverzekering afsluiten? Neem contact met ons op!
Mogelijke redenen voor een afwijzing bij een overlijdensrisicoverzekering
Zoals reeds gezegd, liggen er meestal bezwarende argumenten aan de basis van een weigering voor een overlijdensrisicoverzekering. Wat zijn nu enkele mogelijke redenen om niet aanvaard te worden voor een overlijdensrisicoverzekering? Hieronder veel voorkomende situaties:
1. Je gezondheidstoestand is niet goed
Bij het aanvragen van een overlijdensrisicoverzekering moet je als verzekeringnemer een zogenaamde gezondheidsverklaring invullen. Dit is een vragenlijst met vragen in verband met je gezondheidstoestand die je verzekeraar gebruikt om je algemene gezondheid te beoordelen. Vaak gebeurt dat in samenspraak met een medisch adviseur, zoals een arts.
Hoe slechter je gezondheid is (bijvoorbeeld omdat je rookt, diabetes type 2 hebt of aan een andere chronische aandoening lijdt), hoe groter de kans dat ofwel je maandelijkse premie voor de overlijdensrisicoverzekering hoger ligt, ofwel je overlijdensrisicoverzekering gewoon wordt afgewezen.
2. Je bent te oud
Daarbij hanteren veel verzekeraars een maximumleeftijd voor een overlijdensrisicoverzekering. Dit heeft te maken met het feit dat oudere mensen een veel groter risico lopen om te sterven. Iemand van 60 jaar oud zal daarom een stuk meer premie betalen dan een 18-jarige, om het extra risico voor de verzekeraar te dekken.
De maximumleeftijd ligt bij de meeste verzekeraars rond de 75 jaar, aangezien het risico op overlijden in dat geval te zwaar doorweegt. Daarom is het een goed idee om een overlijdensrisicoverzekering zo vroeg mogelijk af te sluiten. Je betaalt dan maandelijks een stuk minder en de kans dat je geweigerd wordt voor een overlijdensrisicoverzekering is ook veel kleiner.
3. Je reist veel naar het buitenland
Vervolgens kan een overlijdensrisicoverzekering ook geweigerd worden als je veel naar het buitenland reist. Waarom is dat zo? Omdat het risico op overlijden in een ander land gewoon groter is. Denk maar aan het oplopen van een ziekte als Polio of Malaria in exotische, verre landen.
De verzekeraar beseft dat de kans dat je je overlijdensrisicoverzekering helemaal af kunt betalen kleiner is als je vaak naar andere landen reist. In veel gevallen is dat dan ook een geldige reden om de overlijdensrisicoverzekering te weigeren.
4. Je oefent een gevaarlijk beroep of hobby uit
Ten slotte kan een verzekeraar de overlijdensrisicoverzekering ook weigeren op basis van je baan of een hobby die je uitoefent. Als je bijvoorbeeld actief bent als stuntman of giftige dieren verzamelt als hobby is dat vaak reden genoeg voor de verzekeraar om je geen overlijdensrisicoverzekering aan te bieden.
Ook parachutespringen, duiken en bijvoorbeeld onderwaterlassen zijn beroepen waarbij het vaak moeilijker is om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. De kans op overlijden is immers een stuk groter – en daarmee ook het risico voor de verzekeraar.